vrijdag 17 oktober 2008

Vrouwelijke vormen


Wat is er mis met vrouwelijke vormen? Niets zou je zeggen, maar blijkbaar wel als het om vrouwelijke vormen van beroepen/functies gaat.
Het is begonnen in de jaren tachtig van de vorige eeuw, toen steeds meer vrouwen begonnen door te stoten naar directiefuncties. Zij wilden geen directrice genoemd worden, dat riep bij velen de associatie op met ongenaakbare verzuurde vrouwen die met straffe hand leiding gaven aan een kindertehuis of zo. Directeur dus en daarbij is het lang gebleven.
De laatste jaren is het in de media in toenemende mate mode geworden om bij het vermelden van het beroep van een vrouw de mannelijke vorm te kiezen, zoals journalist, schrijver, dichter, regisseur, redacteur, presentator, advocaat, veelal beroepen met een hoge maatschappelijke status. Hoe lager op de maatschappelijke ladder, hoe minder dit verschijnsel zich voordoet. Verkoopsters zijn nog altijd verkoopsters, schoonmaaksters zijn nog altijd schoonmaaksters. Zover ik weet is er er geen nieuwe officiƫle regel m.b.t. dit onderwerp uitgevaardigd door de geleerde dames en heren van de Nederlandse Taalunie, maar betreft het hier een spontane ontwikkeling. Niks tegen spontaniteit, maar wat is er mis met vrouwelijke vormen?
Wat mij - behalve het niet gebruiken van de vrouwelijke vormen - stoort is het inconsequente gebruik ervan. Als je dan al kiest voor de mannelijke vorm, doe het dan consequent. Soms lees je een artikel, waarin de ene en de andere vorm door elkaar worden gebruikt. Of in het geval dat een vrouw meerdere beroepen heeft van de ene de mannelijke en van de andere de vrouwelijke vorm gebruikt wordt.


Taal is in beweging. Leuk en interessant. Wat mij boeit is wat er ten grondslag ligt aan een bepaalde ontwikkeling. Dat kan een nieuwe maatschappelijke ontwikkeling zijn, zoals de 'verengelsing'van het Nederlands toegenomen is met de voortschrijdende informatietechnologie. In het geval van de vrouwelijke vormen lijkt het iets te maken te hebben met maatschappelijke status en mannelijke dominantie. Wat volgens mij altijd een rol speelt is gemakzucht en papegaaien. Veel mensen nemen snel taalgebruik over zonder daar verder bij na te denken. Jammer. Taal kan zo mooi zijn.


Geen opmerkingen: